donderdag, 20 november 2014 |
Raadsvergadering 10 november 2014: vaststelling begroting 2015. Waarin wethouder Van der Pol bevestigt dat de provincie in 2011 de last van 6,5 miljoen rondom Distriport van de schouders van Koggenland heeft gehaald en waarin raadslid Van der Roest een kijkje in de keuken geeft.
Risico’s Distriport GBK en PvdA stelden vragen over de begroting 2015, onder andere over het mogelijke risico dat Koggenland 6,5 miljoen moet betalen als bijdrage voor Distriport aan de Westfrisiaweg. Dat was vreemd, omdat de rekenkamercommissie vorig jaar al gemeld had dat de provincie dit risico inmiddels had overgenomen. Overeind blijft dat de jaarrekening in 2010 niet klopte omdat Koggenland toen wèl de verplichting van 6,5 miljoen droeg, maar dat niet verantwoordde in de jaarrekening. De raad keurde dat destijds goed. De raadsleden vergaten nu echter te vragen naar de huidige financiële risico’s van Distriport. Bijvoorbeeld voor de herziening van de exploitatieovereenkomst, voor een nieuw plan voor fase IV of als Distriport geheel niet doorgaat. Die hangen nog steeds boven de begroting van 2015. Maar dat zijn college en raadsleden kennelijk al weer vergeten (zie pagina 22 presentatie rekenkamercommissie). Dat is verontrustend.
Stille reserves Nog verontrustender is het kijkje in de keuken dat raadslid Van der Roest gaf. Tijdens de begrotingsbehandeling werd gevraagd naar de stille reserves. De wethouder legde uit dat de stille reserves het verschil zijn tussen WOZ-waarde en verkoopwaarde bij het moment van verkoop. Raadslid Van der Roest waarschuwde dat was afgesproken ‘dat we die stille reserve niet zo erg over tafel zouden noemen, want wie weet worden we erop afgerekend’. Hij vervolgde: ‘Wij zouden er voorzichtig mee omgaan, met dat getal.’
WOZ-waarde te hoog of te laag? Dat geeft te denken. Uit de opmerking van Van der Roest blijkt dat er iets aan de hand is met de stille reserves. En dus met de jaarrekening. Als de boeken volledig kloppen, heeft de gemeente geen stille reserve. Dan is namelijk de taxatie van de WOZ-waarde gelijk aan de verkoopwaarde. De gemeente stelt zelf de WOZ-waardes vast, ook die van haar eigen panden. Als er wel een getal over de stille reserves circuleerde op het gemeentehuis, klopt er iets niet. Ofwel de WOZ-waardes zijn lager dan de verkoopwaarde: dan is de gemeente feitelijk rijker dan de boeken laat zien. Ofwel de WOZ-waardes zijn hoger dan de verkoopwaarde: dan heeft de gemeente minder vermogen dan in de jaarrekening staat. Beide gevallen zijn in strijd met de Wet Onroerende Zaken. En ook vreemd, want WOZ-waardes worden jaarlijks vastgesteld zoals alle inwoners weten, dus je verwacht dat ook de WOZ-waarde van gemeentelijke panden elk jaar in overeenstemming met de marktwaarde wordt gebracht. Er is iets aan de hand, maar wat?
Controle faalt Het meest verontrustend is dat volgens raadslid Van der Roest over dit soort zaken niet in het openbaar gesproken mag worden. Dat raadsleden zelfs onderling afgesproken hebben om dat niet te doen. En het allerverontrustendst is dat geen van de andere raadsleden Van der Roest tegensprak. Hoe zat het ook al weer met de eed die de raadsleden afleggen? Zij zweren en beloven zich te houden aan alle wetten. Maar DOEN ze dat ook? Er is niemand anders die het college kan controleren. De provincie niet, het rijk niet. Die controletaak is door de inwoners aan de gekozen raadsleden toevertrouwd. Van raadsleden wordt integriteit verwacht en toezicht op naleving van wetten, ook de WOZ. Het ging voor 6,5 miljoen mis in de jaarrekening van 2010. Het ging mis met de toezeggingen van wethouder Wijnker aan de projectontwikkelaars. En het lijkt nu opnieuw mis te gaan met de stille reserves. Geldt de WOZ wel voor inwoners, maar niet voor eigendommen van de gemeente? Zijn er positieve of negatieve stille reserves? Klopt de jaarrekening nu wel of niet? Daar mag niet over gepraat worden…. De burgemeester zei na de opmerking van Van der Roest: ‘Wij fluisteren door, meneer Van der Roest’. De bananenrepubliek in Koggenland lijkt compleet.
Bijlage : pagina 22 presentatie Rekenkamercommissie onderzoek Distriport |
maandag, 06 oktober 2014 |
De zomer is voorbij, maar Distriport-kwestie nog niet. Een update. De VVD in Koggenland vond in mei 2014 dat de gemeenteraad de Gemeentewet kan toepassen wanneer zij wil. En dat zij die wet kan negeren als haar dat beter uitkomt. Inwoners mogen daar niets van zeggen, want zij zijn geen partij. Dat klopt. Inwoners kunnen raadsleden niet bestuurlijk of juridisch aanspreken als zij de Gemeentewet naar eigen goeddunken toepassen. Maar kan de raad dan zomaar doen wat zij wil?
Eed Dit voorjaar vroegen wij ons af wat de eed van de raadsleden waard was. Als raadsleden zich voor een nieuwe termijn laten installeren, zweren of beloven zij dat ze alle wetten zullen respecteren. Maar kennelijk geldt dat in Koggenland niet voor de Gemeentewet en het opmaken van de jaarrekening. De rekenkamercommissie heeft immers aangetoond dat de raad in de Distriportkwestie op een drietal momenten niet of onjuist is geïnformeerd. Hoogleraar Elzinga zei in een advies wat de rekenkamercommissie had moeten zeggen: artikel 169 lid 2 van de Gemeentewet is door het college overtreden. Toch vond een raadsmeerderheid dat het ‘allemaal wettelijk’ gegaan is. De raad besloot dat er geen fouten in het besluitvormingsproces waren gemaakt. Daarmee kozen ze ervoor de Gemeentewet terzijde te schuiven. Hoe rijmen ze dat met hun eed om alle wetten toe te passen?
Gemeentewet De reactie van de VVD maakt het nog zorgelijker. De VVD stelt in een reactie op haar website van 21 mei 2014 dat Berkhout is Boos! daar niets over kan zeggen, omdat de Gemeentewet geen ‘derdenwerking’ zou hebben. Wij - en alle Koggenlanders met ons - zijn inderdaad geen ‘derde’ partij. We kunnen de raadsleden dus niet bestuurlijk of juridisch aanspreken op deze keuze. Maar dat wil niet zeggen dat je als raadsleden dus kunt doen wat je wilt. Dat je willekeurig kunt kiezen of je de wetten wel of niet toepast. De raadsleden vertegenwoordigen de inwoners. Elke keuze die zij maken, heeft effect op ons als inwoners en dus ‘gevolgen voor derden’. Wij mogen de raadsleden natuurlijk vragen daarover verantwoording af te leggen. In verkiezingstijd, maar ook tussendoor.
Milieucategorie In dat betoog van de VVD op de website staan nog enkele grote en storende fouten. Zo beweert de VVD dat op Distriport slechts bedrijven tot milieucategorie 3.1 mogelijk zijn. Ze is er trots op dat de VVD dat bereikt heeft. Maar het is onjuist. Bedrijven tot en met milieucategorie 4.1 zijn toelaatbaar volgens het bestemmingsplan. Dat is een heel groot verschil.
8,4 - 1,9 = 0? Ook slaat de VVD de plank mis over het gat van 6,5 miljoen euro in de bijdrage voor de Westfrisiaweg die uit Distriport moet komen. Koggenland zou 1,9 miljoen bijdragen aan de weg, maar de wethouder tekende voor 8,4 miljoen. Daarmee haalde hij de verplichting van 6,5 miljoen van de schouders van de projectontwikkelaars en legde die last bij de inwoners van Koggenland. Gedeputeerde Post van de provincie Noord-Holland gaf half december 2010 duidelijk aan dat Koggenland voor het hele bedrag van 8,4 miljoen verantwoordelijk was. Toch nam het gemeentebestuur slechts 1,9 miljoen op in de jaarrekening van 2010. Dat is een ernstige fout. Maar geen enkel raadslid heeft het gemeentebestuur daarop aangesproken. Toen het uitkwam bij het rekenkameronderzoek, zei de meerderheid van de raad dat ook dat ‘wettelijk’ was. Kan dan niemand tellen? Kan een verplichting van 6,5 miljoen zo maar zoekraken? Wat zou er dan nog meer zoek zijn? De wethouders zijn inmiddels weg zonder verantwoording te hebben afgelegd. En de raadsleden zwoeren en beloofden in maart van dit jaar dat ze het gemeentebestuur ‘aan de wet gaan houden’. Maar hoe geloofwaardig is dat?
Toekomst Voortaan weten we dat de contracten allang getekend zijn als de burgers wordt gevraagd hun zienswijze in te dienen op een plan. Hoeveel zin heeft de ‘inspraak’ dan nog? Geen enkele, want de afspraken liggen al vast in een wurgovereenkomst waar Koggenland nooit meer onderuit kan. Waarom horen we de oppositie niet over een jaarrekening waarin 6,5 miljoen niet verantwoord wordt? Waarom vindt een raad dat alles ‘wettelijk gegaan is’, terwijl de feiten anders zijn?
De fractievoorzitters van toen zijn de wethouders van nu. Als zij zo gemakkelijk omgingen met de wet en de jaarcijfers toen ze controleur waren, wat zegt dat dan over de manier waarop ze nu besturen?
namens Berkhout is Boos! Annet Wood
Bijlagen:
|
|
maandag, 12 mei 2014 |
Wel of geen Bibob in Koggenland?
Gaat Koggenland nu wel of geen integriteitsonderzoek doen in de bouwsector? Het NHD meldde op 28 april 2014 dat de gemeente Koggenland gaat beginnen met het doorlichten van bouwbedrijven. Onlangs antwoordde het college van Koggenland op schriftelijke vragen van de Oké-partij echter dat zij pas onderzoek kan doen als de raad Bibob-beleid heeft vastgesteld. Dat beleid zal in de loop van dit jaar ontwikkeld worden, aldus het college. Daar klinkt bepaald geen haast uit..
Bibob: ook integriteitsonderzoek in de bouwsectorDe wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) stelt overheden in staat de integriteit te onderzoeken van bedrijven waarmee ze zaken doet. De wet Bibob is ontwikkeld voor de horeca-, prostitutie- en speelautomatenbranche. Per 1 juli 2013 is het toepassingsgebied uitgebreid naar de sectoren bouw, informatietechnologie en milieu. Het college van B&W stelt in haar antwoord aan de Oké-partij dat zij geen Bibob-onderzoek in de bouwsector heeft uitgevoerd omdat er geen gemeentelijke beleidsnota over is. Dat is onlogisch. Het is wel raadzaam om een beleidslijn te maken omdat dat mogelijke willekeur voorkomt: alle bouwbedrijven worden dan op dezelfde manier behandeld. Bovendien gaat van een beleidslijn preventieve werking uit: een malafide bedrijf zal geen zaken willen doen met een gemeente die een actief Bibob-beleid heeft. Een beleidslijn is dus wel raadzaam, maar een college kan probleemloos ook zonder beleidsnota een Bibob-onderzoek doen. Zeker bij dubieuze bedrijven.
College: ontwijkend gedrag Het college verschuilt zich achter de raad. De raad heeft geen opdracht gegeven, daarom doet het college niets, is de stelling. Dat is vreemd. In Koggenland is vrijwel alle beslissingsbevoegdheid van de raad gemandateerd aan het college. Sterker nog: in de kwestie Distriport nam het college allerlei besluiten waarvan ze de raad niet eens achteraf in kennis stelde. Het college lijkt nu roomser dan de paus te zijn. Of is dit ontwijkend draaigedrag?
Bewust de ogen gesloten? Maar veel belangrijker: Koggenland doet in verschillende projecten zaken met Zeeman Vastgoed en Ooms Ontwikkeling (voorheen: De Peyler Ontwikkeling). Deze bedrijven in de bouwsector waren eerder negatief in het nieuws. Ooms is in 2008 veroordeeld tot een boete van 1,8 miljoen euro in de bouwfraude. Ook is Ooms (De Peyler Ontwikkeling) als betalende partij genoemd in de corruptiezaak-Hooijmaijers. De aanklacht daarover was al in oktober 2012 bekend, het vonnis in december 2013. Het had toch voor de hand gelegen dat Koggenland - wetende dat zij zaken deed met partijen in de bouwsector die herhaaldelijk negatief in het nieuws waren - de uitbreiding van de wet Bibob op 1 juli 2013 direct had benut. Op dat moment kwam een concreet middel beschikbaar om integriteitsonderzoek te doen. Waarom deed het college van Koggenland dat niet? Waarom maakt zij ook nu geen aanstalten om dat onderzoek alsnog uit te voeren? Waarom verschuilt ze zich achter de raad? Welke belangen spelen er achter de schermen? Het college koos ervoor niets te doen en - bewust? - de ogen te sluiten.
Wat is er te verbergen? De toezegging van Koggenlands burgemeester Posthumus in het NHD om met Bibob aan de slag te gaan bij bouwbedrijven, blijkt voorbarig. Het college houdt de Bibob-boot nu heel ver af. Waarom? Je zou verwachten dat een openbaar bestuur alle middelen aangrijpt om integriteit te borgen. De keus van het college om zo overduidelijk geen Bibob-onderzoek naar de Distriport-ontwikkelaars te willen doen, is zeer dubieus. Zeker als er al over zoveel zaken twijfel is. Wat valt er toch te verbergen in Koggenland?
namens Berkhout is Boos! Annet Wood
Bijlagen :
|
vrijdag, 18 april 2014 |
De Distriport-ontwikkelaars willen de gronden niet meer terugkopen van de provincie. Het project is volgens hen niet langer uitvoerbaar vanwege imagoschade en afhakende potentiële kopers en geïnteresseerde partijen. Ook willen de ontwikkelaars dat alle overeenkomsten worden ontbonden. Dit blijkt uit een brief die Gedeputeerde Staten op 10 april 2014 stuurde aan de statenleden om hen te informeren over de status van Distriport. Distriport lijkt steeds zwaarder gehavend te zijn. Een update.
Ontwikkelaars willen gronden niet terug GS licht in de brief de laatste stappen toe in de juridische strijd tussen de provincie en de twee Distriport-ontwikkelaars, De Peyler Ontwikkeling en Zeeman Vastgoed BV. De inzet is wie eigenaar is van de gronden waarop bedrijventerrein Distriport is gepland. De rechtbank bepaalde op 29 mei 2013 dat de gronden aan de provincie toebehoren. Tegen dat vonnis is beroep aangetekend en in die procedure is nu een nieuwe wending opgetreden. De ontwikkelaars willen de gronden niet meer kopen omdat het project niet meer uitvoerbaar zou zijn. De partijen die het bedrijventerrein zouden moeten exploiteren zien er dus geen brood meer in. Dan wordt de kans dat Distriport werkelijk van de grond komt, wel heel klein.
Imagoschade De ontwikkelaars menen dat het project niet meer uitvoerbaar is omdat door toedoen van de provincie imagoschade is opgetreden. Daardoor haken potentiële kopers en geïnteresseerde partijen af, volgens hen. Er is nooit bekend geweest wie die mogelijke kopers en geïnteresseerden waren en met hoeveel zij waren. Het is ook niet bekend wie er nu afhaakt. Opvallend is wel dat de ontwikkelaars menen dat de provincie de imagoschade heeft veroorzaakt. Dat is vreemd; juist één van de ontwikkelaars betaalde geld aan de wegens corruptie veroordeelde oud-gedeputeerde Hooijmaijers om de voortgang rond het bedrijventerrein te ‘smeren’.
Behoefteonderzoek in West-Friesland Verder meldde GS aan de statenleden dat momenteel onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden om vraag en aanbod aan bedrijventerreinen in West-Friesland meer in evenwicht te brengen. Dit is een vervolg op het onderzoek van Buck Consultants International ‘Ruimtebehoefte werklocaties Noord-Holland Noord’ waarin een overaanbod aan bedrijventerreinlocaties werd geconstateerd. In dat onderzoek werd de behoefte tot 2040 in West-Friesland op 2 ha. geschat.
Hoe verder? De uitkomst van de juridische procedure wordt na de zomer verwacht. Op basis van die uitkomst en de resultaten van het behoefteonderzoek zal de provincie vermoedelijk verdere beslissingen over Distriport nemen. Maar nu de projectontwikkelaars afhaken, is de kans dat het plan daadwerkelijk van de grond komt, heel klein geworden. Distriport raakt steeds verder gehavend, maar de zaak is nog niet rond. Wij blijven het dan ook volgen en houden u uiteraard op de hoogte.
namens Berkhout is Boos! Annet Wood PS Eerder meldden wij dat zeven Koggenlandse raadsleden (Knijn, N. Bijman, Sjerps, Schipper, Olij, Zwagerman en Van Leijen) die hun raadseed schonden, zijn herkozen in de nieuwe gemeenteraad. Er is nog een achtste raadslid. Ook Van der Roest (Welzijn Koggenland) stemde destijds in met het besluit om de inbreuken op de Gemeentewet te negeren. Dat is opvallend, omdat Van der Roest lid was van de rekenkamercommissie. Hij zou dus precies moeten weten wat het rapport inhield. Toch stemde hij in strijd met de uitkomsten van zijn eigen rapport. En inmiddels heeft hij opnieuw de eed als raadslid afgelegd en verklaard dat hij alle wetten zal respecteren. Wat is zo’n eed dan waard? |
|