Nieuwsbrief BiB woensdag, 04 april 2012   

Driekwart toegestaan
De Raad van State heeft op 4 april 2012 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan Distriport NH. Het bestemmingsplan is gedeeltelijk afgekeurd. Fase IV van het plan aan de oostelijke kant (ongeveer 25% van het gebied) mag niet doorgaan omdat dit niet binnen tien jaar gerealiseerd kan worden. Dat betekent dat de zichtlocatie langs de A7 niet wordt aangelegd en dat het bedrijventerrein ingekrompen wordt tot netto 65,7 ha. Omdat fase IV niet uitgevoerd kan worden is het exploitatieplan dat bij het bestemmingsplan hoort, volledig afgekeurd. Verder vindt de Raad van State dat de veiligheid rond de windmolens op het terrein beter moet. Voor de bouw van (beperkt) kwetsbare objecten in de nabijheid van de windmolens moet eerst nader onderzoek worden gedaan. Voorts is de bouw van een LPG station op het terrein niet toegestaan. Met onderzoek zal eerst moeten worden aangetoond dat dit vanuit veiligheidsoogpunt aanvaardbaar is. Tot slot heeft de Raad van State bepaald dat detailhandel, bijvoorbeeld in de vorm van bouwmarkten en tuincentra, absoluut niet mogelijk is op Distriport.

Gemengde gevoelens
Natuurlijk zijn wij teleurgesteld over de uitspraak; wij hadden graag gezien dat het hele plan van tafel ging. Maar we zijn toch blij dat de georganiseerde tegenstand vanuit de bevolking ertoe geleid heeft dat een kwart van het plan niet doorgaat. De hoge kantoorgebouwen komen er niet. De agrariër die graag in het gebied zijn bedrijf wilde voortzetten, kan dat doen. De situatie onder de windmolens wordt veiliger.

Losse eindjes
Maar er zijn heel veel losse eindjes. Door het schrappen van fase IV en het vernietigen van het exploitatieplan, is onduidelijk hoe het verder moet met:

  • de calamiteitenroute. Deze 'nooduitgang' kwam uit op de Hulkweg, maar door het schrappen van fase IV kan dat niet meer. Wat wordt de nieuwe route? Vlak naast de ingang aan de zuidzijde op de Jaagweg? Of dwars door het dorpslint naar de noordzijde? Over wiens erf?
  • de waterberging. Fase IV bevatte een aanzienlijk deel van de waterberging. Hoe wordt dat nu geregeld?
  • de verkeersafwikkeling. De afspraken over de gefaseerde aanleg van de infrastructuur die Distriport moet ontsluiten, stonden in het vernietigde exploitatieplan. Hoe gaat dat verder? Worden die afspraken nog nagekomen?
  • de afspraken over fasering. In het vernietigde exploitatieplan stonden afspraken over de fasering van de bouw, zoals: pas nadat voor 60% van een fase vergunningen zijn verleend, mag een volgende fase ontwikkeld worden. Blijven die afspraken intact?
  • de duurzaamheid. De afspraken over duurzaamheid stonden in het vernietigde exploitatieplan. Blijven ze van kracht?
  • de inpassing van de groene buffer en de ecologische zone. Het vernietigde exploitatieplan bevatte de afspraken over de aanleg van de groene buffer en de ecologische zone. Wat blijft ervan over?
  • De uitspraak levert een versplinterd plan op: heel veel afspraken die in het exploitatieplan geregeld waren, zijn vernietigd. Maar het bestemmingsplan blijft bestaan. Vergunningen mogen nog niet verleend worden, zolang er geen exploitatieplan is. De Raad van State heeft vastgesteld dat, in tegenstelling tot wat de gemeenteraad beweerde, onder andere Berkhout is Boos! wel degelijk belanghebbende is bij die vernietigde afspraken uit het exploitatieplan.

Financiële haalbaarheid
Onduidelijk is hoe het nu zit met de financiële haalbaarheid. De dure kantoorgebouwen zijn geschrapt uit het plan. Daardoor lopen de exploitanten veel opbrengsten mis. Er mag nu 65 ha netto bebouwd worden, in plaats van de beoogde 80 ha. Maar er moet wel 112 ha bruto grond gekocht worden om ook de groene buffer en de ecologische zone aan te leggen. Of de bouw van (beperkt) kwetsbare objecten rond de windmolens mogelijk is, moet eerst onderzocht worden, waardoor het maar de vraag is of hier nog dergelijke objecten gebouwd kunnen worden. En de bijdrage van 6,5 miljoen voor de ontsluiting op de Westfrisiaweg moet betaald worden. Is dit financieel haalbaar?

En natuurlijk speelt nog de discussie over de gronden. De provincie bezit de gronden, maar de projectontwikkelaars claimen ze. De rechtbank doet daar naar verwachting in mei een uitspraak over. Maar wie wil dit uitgeklede plan nog ontwikkelen? En wat is de rol van het aan de provincie gelieerde Ontwikkelingsbedrijf dat zich contractueel verplichtte om samen met De Peyler Vastgoed en Zeeman Vastgoed het terrein te ontwikkelen?

Vreemde geur
Veel vragen blijven dus over na de uitspraak van de Raad van State. Maar ook een vreemde geur blijft hangen. Een bedompte geur van achterkamertjes, achtergehouden documenten, side letter en andere onderlinge afspraken. Geen frisse lucht van transparantie of openheid. Een paar voorbeelden. Tijdens de zitting bij de Raad van State meldde een vertegenwoordiger van Zeeman Vastgoed dat er belangstelling vanuit de markt zou zijn voor 35 ha. Dat belangrijke argument werd op de uiterste valreep gemeld namens de gemeenteraad. Maar de spreker was niet een vertegenwoordiger van gemeente of provincie, niet een advocaat, niet een onafhankelijk iemand, maar een projectontwikkelaar die er direct baat bij heeft de belangstellingscijfers zo hoog mogelijk te laten lijken. De Raad van State gaat ervanuit dat een opmerking die ter zitting namens de gemeenteraad gedaan wordt, juist is, en heeft daarom het getal van 35 ha in zijn overwegingen betrokken. Maar dat getal van 35 ha is niet controleerbaar. De projectontwikkelaar kan daar niet op aangesproken worden, hij is immers niet verplicht zijn onderbouwing openbaar te maken. Maar de gemeenteraad moet dat wel en namens haar is de opmerking gemaakt. Daarom is de vraag aan de gemeenteraad: onderbouw de belangstellingsclaim van 35 ha. Maak die 35 ha hard. U heeft het gezegd bij de Raad van State.

Eén van de kritiekpunten op het bestemmingsplan was dat Distriport een solitair bedrijventerrein is dat niet grenst aan bestaande stedelijke bebouwing. Oostelijk van Distriport liggen immers de A7, twee campings, een spoorlijn en een groot park voordat de bebouwing van Hoorn begint. Grenzen aan bestaande stedelijke bebouwing is echter wel een belangrijke voorwaarde voor goedkeuring. De gemeente beriep zich dan ook op kaarten behorende bij de Provinciale Ruimtelijke Verordening van 2009, waaruit zou blijken dat Distriport grenst aan stedelijke bebouwing. Die kaarten kloppen niet met de werkelijkheid en zelfs niet met de eigen gemeentelijke bestemmingsplannen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat de provincie een jaar later, in de PRV 2010, op de kaart aangeeft dat deze niet leidend is. Tegen foute kaarten van een PRV staat geen bezwaar of beroep open. Maar de Raad van State gaat uit van deze foute kaarten. Voor Distriport kwam het goed uit dat de kaarten van 2009 een onjuist beeld gaven. De provincie kan er trots op zijn dat op basis van haar foute tekeningen – maar in strijd met haar provinciaal beleid - een bedrijventerrein haar goedkeuring krijgt.

Vervolg
Wij gaan de omvangrijke uitspraak – 28 pagina's – goed bestuderen en vervolgens bekijken welke vervolgstappen mogelijk en nodig zijn.

Wilt u de uitspraak lezen? Klik hier om de uitspraak te downloaden
De Provinciale Ruimtelijke Verordening 2009 vindt u hier

namens Berkhout is Boos!
Annet Wood

 
Volg ons op Twitter
Vind ons op Facebook