vrijdag, 07 mei 2010

Open brief aan de leden van Provinciale Staten

Geacht Statenlid,

Op 17 mei behandelen Provinciale Staten de Structuurvisie tot 2040. Distriport wordt als zacht bedrijventerrein genoemd in bijlage 3 van de concept structuurvisie en op de kaart 'Voldoende en gedifferentieerde ruimte voor economische activiteiten'. In de Nota van Beantwoording stelde GS dat Distriport als harde plancapaciteit wordt beschouwd als de gemeente het bestemmingsplan heeft vastgesteld.

Onderzoeksbureau Stogo onderzoek + advies is bezig met een onderzoek naar de nut en noodzaak van bedrijventerrein Distriport. De definitieve versie van dit rapport zal in de komende week gereedkomen.
U ontvangt het rapport zo  spoedig mogelijk.

Enkele belangrijke  conclusies uit het conceptrapport geven wij alvast aan u door:

  • De planvoorraad in West-Friesland is gericht op een te forse uitbreiding van het areaal bedrijventerrein.
    Het potentiële aanbod bedroeg op 1 januari 2009: 210 ha (bron: IBIS).  De gemiddelde jaarlijkse uitgifte in de voorafgaande tien jaar was 12 ha per jaar.  Het aanbod is toereikend voor ruim zeventien maal de gerealiseerde jaarlijkse uitgifte. Bovendien zou realisatie van het totale aanbod een groei van 40% van het totale huidige areaal betekenen.
  • De forse groei van het areaal is in strijd met het planningsprincipe 'maximaal reserveren, naar behoefte aanleggen' in de Nota Ruimte en in de doelstellingen van het nationale en provinciale beleid.
    Dit principe vraagt nadrukkelijk om het onderbouwen van nut en noodzaak bij het omzetten van zachte plancapaciteit (strategische reserve) in harde plancapaciteit (planologische realisatie).
  • Het standpunt van GS dat Distriport als harde plancapaciteit wordt beschouwd als de gemeente het bestemmingsplan heeft vastgesteld is in strijd met de afspraken in het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020 - in werking vanaf 28 november 2009 - tussen provincies, gemeenten en de ministers van VROM en EZ (o.a. bijlage 5). Dit convenant is het resultaat van de herijking van het nationale bedrijventerreinenbeleid uit 2007.
  • Noch de Kwaliteitsmatch van Ecorys, noch de Markttoets van Stec-groep geeft inzicht in de actuele vraag.
    Beide onderzoeken baseren zich op top-down modelramingen met een grote onzekerheidsmarge. Deze onderzoeken zijn te globaal om besluitvorming over planologische realisatie te onderbouwen. Hiervoor is inzicht nodig in de dynamiek op de markt voor bedrijfsruimten en in de ruimtevraag voor het bedrijfsleven.
  • Op basis van de onderzoeken van Ecorys en Stec-groep kan niet redelijkerwijs worden geconcludeerd dat
    nut en noodzaak al zijn vastgesteld. Integendeel, beide onderzoeken stellen ontwikkeling van Distriport en 't Zevenhuis volgens de huidige planning ter discussie.

Bovenstaande conclusies van Stogo onderzoek + advies geven alle aanleiding om Distriport niet op te nemen in de Structuurvisie 2040. Ten eerste is Distriport geen hard plan omdat er beroep is ingesteld bij de Raad van State waardoor het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk is. Ten tweede dienen zowel provincie als gemeente zich te houden aan de bindende afspraken in het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020 die voorschrijven dat 'oude' afspraken periodiek herbezien worden in het licht van de daadwerkelijke actuele vraag in de markt.  Deze herbeziening  is in het bestemmingsplan niet gemaakt. In de conceptstructuurvisie is die afweging wel gemaakt, waardoor Distriport naar de bijlage verdween. Alle rapporten - van zowel Ecorys als Stec-groep -  zijn te globaal
om te dienen als basis voor de keuze 'van zacht naar hard'. Bovendien zijn volgens het Stogo-rapport zelfs in deze rapporten  de nut en noodzaak voor Distriport niet onderbouwd. Kortom:  Distriport past niet in de Structuurvisie 2040.

namens Berkhout is Boos!
Annet Wood

Meer lezen?

- Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020
- Ontvangstbevestiging Raad van State inzake beroep

 
dinsdag, 04 mei 2010

Afspraken rond Distriport: geheim of niet?

 Op 3 mei 2010 vond bij de Raad van State een zitting plaats over het beroep dat Berkhout is Boos! had ingesteld tegen de weigering van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om twee documenten openbaar te maken.

Het gaat om twee stukken uit juni 2007 waarin de afspraken staan die door de provincie zijn gemaakt rond de aan- en verkoop van de gronden voor bedrijventerrein Distriport.

GS wil deze documenten geheim houden omdat zij vindt dat deze stukken de geschiedenis van het project vertellen, er is uit af te leiden hoe de provincie omgaat met de partijen. Het geeft volgens hen te veel inkijk in hoe de provincie dit soort onderhandelingen doet. Ze zijn bang dat – als deze documenten openbaar worden – andere projectontwikkelaars gaan wapperen met deze afspraken en de provincie daardoor nadeel ondervindt bij onderhandelingen.

Eerlijk gezegd lijken ons dat nu juist allemaal argumenten om deze documenten WEL openbaar te maken. Bekend zou inderdaad moeten worden hoe de provincie met dit soort afspraken omgaat. Zeker omdat zij als overheid met gemeenschapsgeld voor elke partij gelijke afspraken zou moeten maken in gelijke gevallen.

De vertegenwoordigers van GS deden enkele opmerkelijke uitspraken tijdens hun pleidooi om de documenten met de afspraken over Distriport toch vooral geheim te kunnen houden.

  • We hebben in dit geval een aantal mooie afspraken kunnen maken, met andere ontwikkelaars zouden we op een andere wijze omgaan. Dat is vreemd, de overheid zou in vergelijkbare situaties, vergelijkbaar moeten handelen. Waarom zijn er juist met deze projectontwikkelaars andere afspraken gemaakt dan gebruikelijk?
  • We zitten in een terugverkoopproces van de gronden naar het samenwerkingsverband van de partijen. We verkopen niet terug aan dezelfde partijen als waarvan we de gronden gekocht hebben. Dat is heel vreemd, omdat GS op Statenvraag 59 van 9 juli 2007 door mevrouw Geldhof (D66) antwoordde: ‘De financiële risico’s van deze aankoop zijn nihil. Met de ontwikkelende partijen zijn afspraken gemaakt dat de gronden gegarandeerd worden afgenomen.’. Kortom: zijn er nu wel of niet vooraf duidelijke afspraken gemaakt over de terugverkoop van de gronden door de provincie aan projectontwikkelaars Zeeman en De Peijler, of aan een combinatie daarvan?
  • Wij worden nu door ontwikkelaars van andere projecten zoals Westfrisia-Noord, benaderd om met hen een vergelijkbare constructie als bij Distriport af te sluiten. Dat is vreemd, omdat de GS-vertegenwoordigers juist benadrukten dat zij de Distriprt-afspraken niet openbaar willen maken om dit soort vragen te voorkomen. Kennelijk zijn de projectontwikkelaars onderling al op de hoogte van de afspraken die met collega’s gemaakt worden? Dan is er dus geen enkel beletsel meer om de Distriport-afspraken vrij te geven.
  • In de pleitnota gaven de vertegenwoordigers namens GS aan dat ‘dit project een project is op basis van publieke-private samenwerking’. Distriport is dus een PPS-constructie, die is afgesloten in de periode-Hooijmaijers. Daarom zou het door GS exact hetzelfde behandeld moeten worden als andere PPS-constructies zoals Wieringerrandmeer en Bloemdalerpolder. Namelijk: alle documenten openbaar, tot op de bodem uitzoeken en daarna pas besluiten nemen.

De Raad van State doet over maximaal 6 weken uitspraak. Wij houden u op de hoogte.

Meer lezen?
- pleitnota GS van provincie Noord-Holland
- pleitnota Berkhout is Boos!
- Statenvragen 59 d.d. 9 juli 2007 door Geldhof (D66)

 
vrijdag, 23 april 2010

Hooijmaijers en Van Erk komen ook in Berkhout samen?

 Heeft u de uitzending van NOVA gezien over oud-gedeputeerde Hooijmaijers? Klik hier om de uitzending opnieuw te bekijken over de onrust in Noord-Holland over de bouwprojecten waar Hooijmaijers bij betrokken was. Er is voor 1,8 miljoen euro beslag gelegd op zijn bezittingen, meldde NOVA. Wat zijn de verbanden met Berkhout?
Gebied tussen Parc Westerkogge en Braken in beeld
In deze uitzending ging het onder andere om het gebied ten westen van Distriport: het gebied tussen Parc Westerkogge en de Braken. Het bestemmingsplan biedt de gronden daar minder bescherming tegen bebouwing dan vrijwel alle agrarische gebieden in de rest van de gemeente. Dat is vreemd omdat de provincie in een motie bij het streekplan besloot dat de gronden ten westen van Distriport ‘blijvend gevrijwaard moeten worden van bebouwing’. Bovendien kan niemand nu bij de provincie uitleggen waarom er zo’n verschil is in de bestemming tussen de gronden ten noorden en ten zuiden van het lint van Berkhout, concludeerde de StAB in haar onderzoek op verzoek van de Raad van State. De provincie heeft dat bestemmingsplan goedgekeurd in de periode waarin Hooijmaijers gedeputeerde was.

Rol gemeente?
In de gemeenteraad vond fractievoorzitter Zwagerman (VVD) destijds dat bebouwing op deze gronden ten zuiden van Berkhout ‘juist mogelijk moest zijn om de boeren de gelegenheid te geven uit te breiden zodat het gebied agrarisch blijft’. Dat was vreemd, omdat de boeren daar juist niet zullen uitbreiden, omdat deze gronden voor een groot deel al verkocht zijn via projectontwikkelaar Wokke aan Van Erk/WAVAS. Daarmee werkte Koggenland eraan mee om de bescherming van de gronden ten westen van Distriport te beperken, in strijd met afspraken in het streekplan. Wij hebben deze zaak al bij de Raad van State aangedragen. Lees ook onze Nieuwsbrief uit 2008: Boeren in de kou.

Hooijmaijers en Van Erk
Het werd allemaal nog vreemder toen onlangs bleek dat bij oud-gedeputeerde Hooijmaijers (VVD) en bij bouwbedrijf Van Erk invallen waren gedaan vanwege een verdenking van ambtelijke omkoping. Van Erk is eigenaar van een deel van de gronden tussen Parc Westerkogge en de Braken. Deze gronden zijn aangekocht in de periode-Hooijmaijers. Er is een glanzende brochure ontwikkeld voor een gigantisch bedrijventerrein van A7 tot aan de Braken. Wordt er toch door gemeente en provincie voorgesorteerd op een gigagroot bedrijventerrein ten zuiden van Berkhout? Het gebied wordt minder goed beschermd dan is afgesproken in het streekplan en in dezelfde periode koopt de projectontwikkelaar de gronden? Zijn er meer verbanden? Waarom werkt de gemeente Koggenland mee? De rijksrecherche doet onderzoek en wij houden de vinger aan de pols.
 
donderdag, 25 februari 2010

Statenvragen over uitspraken wethouder

Wethouder Wijnker baseerde zijn dreigement ‘de minister zal ingrijpen bij Distriport’ op een niet-aangenomen motie in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer koos in 2006 juist heel duidelijk voor bedrijvigheid op Westfrisia-Noord, niet aan de Jaagweg. Is het Koggenlandse college incapabel of geeft zij met opzet een onjuiste voorstelling van zaken?

Wijnker dreigt met ingrijpen minister
In de commissievergadering van 18 januari 2010 dreigde wethouder Wijnker dat de minister zou ingrijpen als Koggenland bedrijventerrein Distriport/Jaagweg niet aanlegt. Hij zei letterlijk: “Ik wil toch nog eventjes terug naar juni 2006 in de Tweede Kamer waarin wel degelijk door de minister Remkes niet alleen een moreel beroep is gedaan maar ook heel duidelijk is meegegeven dat het niet alleen toezeggen was om actief mee te werken aan een bestemmingsplan en dan zou wat hem aangaat de fusie tussen Obdam en Wester-Koggenland zonder grenscorrectie kunnen doorgaan en als dat in de praktijk niet zou blijken waar te zijn dan hield hij zich het recht voor om te zijner tijd als dat nodig zou zijn ook alsnog in te grijpen.” ( geluidsfragment Wijnker: minister grijpt in).

Onderbouwing door college
Het college is al tijdens deze commisievergadering gevraagd aan te tonen waaruit dit dreigement zou blijken. Dat antwoord bleef uit – net als vele andere antwoorden. In een brief van 18 februari (brief van het college 180210) – dus ruim na het raadbesluit over Distriport van 8 februari - geeft het college aan dat zij zich alleen gebaseerd heeft op de Handelingen van het debat in de Tweede Kamer over de gemeentelijke herindeling op 7 juni 2006 (Handelingen 070606). Met name de motie Vendrik en de discussie in het debat leidden volgens het college tot de conclusie van de wethouder.

Dreigement gebaseerd op bedrog
Maar de motie Vendrik is helemaal niet aangenomen door de Tweede Kamer! Enkele dagen na het debat, op 13 juni 2006, stemde de Kamer over de herindelingen in West-Friesland (uitslag stemming 130606). Na het debat op 7 juni hebben de kamerleden Fierens (PvdA) en Van Beek (VVD) een amendement ingediend. Dat hield in dat het grondgebied van Westfrisia-Noord via een grenscorrectie werd toebedeeld aan de gemeente Hoorn. Volgens de toelichting van dit amendement krijgt de gemeente Hoorn hierdoor meer ruimte, ook voor bedrijvigheid (amendement Fierens-Van Beek). Daarmee was het tekort aan bedrijfsgrond van Hoorn opgelost. Bij de stemming op 13 juni is dit amendement door de Tweede Kamer aangenomen. De motie Vendrik werd verworpen.

Het is volslagen belachelijk dat de wethouder zijn dreigement baseert op een niet-aangenomen motie. Slechts enkele opmerkingen van individuele kamerleden en het woord ‘stimuleren’ door de minister blijven over om het dreigement van Wijnker te staven. Dus alleen daarop meent de wethouder zijn dreigement te kunnen baseren? Ongehoord.

Tweede Kamer koos voor Westfrisia-Noord
Op 7 juni 2006 zaten vrijwel alle collegeleden, raadsleden en betrokken ambtenaren van Wester-Koggenland en Obdam op de publieke tribune in de Tweede Kamer. Iedereen zal gevolgd hebben hoe enkele dagen later de stemming verliep. Daarover is ook gerapporteerd in de krant. De Tweede Kamer koos dus expliciet voor bedrijvigheid op Westfrisia-Noord, juist niet op Jaagweg! Het is volstrekt onbestaanbaar dat het college van Koggenland dit niet zou weten.

Incapabel of met opzet onjuiste voorstelling van zaken?
Dit is bedrog in het kwadraat: eerst in de commissievergadering beweren dat de minster in zal grijpen, de vragen niet beantwoorden en vervolgens - nà het besluit over Distriport - het dreigement per brief met onjuiste argumenten ondersteunen. Er resteert slechts een vraag: is het college van Koggenland volstrekt incapabel of probeert zij met opzet de zaken onjuist voor te stellen?

 
donderdag, 18 februari 2010

Statenvragen over uitspraken wethouder

Garanties volgens wethouder
In de raadsvergadering van 8 februari 2010 meldde wethouder Wijnker dat Gedeputeerde Staten garanties hebben gegeven over de opwaardering van de Westfrisiaweg (N23) (geluidsfragment Wijnker). Deze garanties waren voor vele raadsleden een doorslaggevende reden om voor het bestemmingsplan Distriport te stemmen.

Vragen aan GS
Twee leden van Provinciale Staten, J. Geldhof (D66) en B. Putters (SP) zagen hierin aanleiding om schriftelijke vragen aan GS te stellen. Zij willen weten of GS die garanties werkelijk gegeven hebben. Want in Provinciale Staten is nog geen besluit genomen over de opwaardering van de Westfrisiaweg. (Statenvragen D66 en SP)

Probleem?
Als GS wel garanties gegeven hebben, spreekt zij voor haar beurt. PS belissen immers.
Als GS geen garanties gegeven hebben, heeft wethouder Wijnker voor zijn beurt gesproken. Dat is een groot probleem voor de raad van Koggenland, want zij is in de raadsvergadering dan onjuist ingelicht.
Als GS alleen garanties hebben gegeven voor de aanpassing van het weggedeelte tussen Distriport en de A7, is dat in strijd met de provinciale afspraken in motie 8-32 in het provinciale streekplan. Deze motie werd aangenomen door VVD, CDA, D66 en GroenLinks. In deze motie is vastgelegd dat de kosten voor de aanleg van de infrastructuur en de duurzame invulling voor Distriport voor rekening van de projectontwikkelaars moeten komen. Deze kosten mogen dus niet door de provincie betaald worden.

Kosten niet in exploitatieplan
De provincie heeft berekend dat de kosten voor de aansluiting van het bedrijventerrein naar de A7 tussen 3,5 en 4,5 miljoen euro kost. In het exploitatieplan voor Distriport is geen geld gereserveerd voor deze infrastructurele aansluiting. Ook de kosten voor de duurzame inrichting zijn niet duidelijk terug te vinden in dat exploitatieplan (## 3e exploitatieplan).

Meer weten over de gang van zaken in Koggenland/ (Nieuwsbrieven Hoeveel leugens… en Arrogantie van de macht)

 


Pagina 12 van 19
Volg ons op Twitter
Vind ons op Facebook