Nieuwsbrief : maandag, 09 februari 2015   

Een paar ontwikkelingen rond Distriport: de provincie krijgt gelijk in het aan de kant schuiven van de projectontwikkelaars, gemeenteambtenaren logen de bestuursrechter voor en er blijkt een heleboel geheims te zijn in Koggenland.

Grote tegenslag voor Distriport
Het gerechtshof Amsterdam heeft de provincie Noord-Holland in het gelijk gesteld in de zaak Distriport. De projectontwikkelaars Zeeman Vastgoed en De Peijler Ontwikkeling zijn hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van de schade die de provincie heeft geleden op de deal rond de gronden van Distriport. De provincie heeft dus groot gelijk gehad dat ze deze ontwikkelaars aan de kant zetten omdat ze hun afspraken niet nakwamen. De gronden blijven definitief in handen van de provincie. Ooms en Zeeman zullen de gronden niet meer krijgen via het contractenstelsel dat zij sloten met de provincie. De side letter die regelde dat de winsten en de overheidsvoordelen van de provincie richting de ontwikkelaars zouden vloeiden en de verliezen bij de provincie zouden blijven, is van de baan. De staatssteunconstructie die Hooijmaijers voor Ooms en Zeeman had geregeld, is verdwenen.

Maar wat betekent dit voor Koggenland? Er ligt nog een verklaring van wethouder Wijnker die Koggenland met handen en voeten bindt aan de projectontwikkelaars. Wijnker had ervoor getekend dat de gemeente, inclusief de raad, zou meewerken tot en met de realisatie van het bedrijventerrein. Hij tekende ervoor dat hij op verzoek van Ooms en Zeeman de gronden zou onteigenen en hij verplichtte de gemeente om met Ooms en Zeeman een exploitatieplan te maken. Wat gaan de ontwikkelaars doen met deze door hen verworven rechten die het college hen - mede namens de gemeenteraad - in 2007 verstrekte?

Voorliegen bestuursrechter
Rondom die verklaring van wethouder Wijnker zijn verschillende rechters door het college voorgelogen. De verklaring was op 20 juni 2007 getekend, het collegebesluit dateerde van 14 juni 2007. Berkhout is Boos! heeft destijds alle stukken opgevraagd van 1 mei tot en met 1 juli 2007 over Distriport. De bestuursrechters in Alkmaar en later in Den Haag hebben nooit van het bestaan van de verklaring en het collegebesluit afgeweten. Gemeenteambtenaar J.H. Mels meldde namens het college in een brief van 4 januari 2008 aan de rechtbank Alkmaar: ‘De ondertekening van de intentieovereenkomst is uitsluitend een aangelegenheid geweest tussen provincie, Ontwikkelingsbedrijf en private partijen.’ Dat blijkt achteraf onjuist, want de verklaring die Wijnker tekende was een onlosmakelijke bijlage bij die intentieovereenkomst. Ambtenaar M.J.M. Neefjes herhaalde ter zitting bij de Raad van State de bewering van zijn collega en voegde er iets aan toe, aldus de Raad van State: ‘Voorts heeft het college ter zitting bevestigd dat het niet over meer documenten beschikt die betrekking hebben op het bedrijventerrein Jaagweg dan het aan de voorzieningenrechter en de Afdeling heeft overgelegd.’ (punt 2.6.1 Uitspraak 200802426-1 Raad van State d.d. 7 januari 2009).

Kortom: ambtenaren logen namens het college de rechtbank en zelfs de hoogste bestuursrechter voor, want ze meldden het bestaan van de verklaring en het besluit niet. Dat is ontoelaatbaar, maar in Koggenland vindt de gemeenteraad dit kennelijk prima. De bananenrepubliek is compleet.

‘Er is niets geheims in Koggenland’
In het NHD van 17 januari 2015 stond een artikel waarin de burgemeester meldde: ‘Er is niets geheims in Koggenland’. Tsja. Het is zelfs zo dat de burgemeester raadsleden kapittelt als zij een mail die gericht is aan de raadsleden naar buiten brengen. Dat maakt openbare controle haast onmogelijk en het maakt raadsleden vleugellam. Maar kennelijk staat de raad dat toe. Wij schreven als reactie op dit NHD-artikel een ingezonden stukje. Dat is tot op heden niet geplaatst, wat ons wel bevreemdt.

CDA-voorman Nico Bijman spreekt in het artikel ook namens VVD en Welzijn Koggenland. Hij maakt het wel erg bont en negeert opnieuw de feiten. Hoogleraar Bestuursrecht Elzinga benoemde wat de rekenkamercommissie over Distriport had moeten zeggen: B&W handelde in 2007 in strijd met de Gemeentewet. Zij informeerde de raad niet over cruciale stukken, waaronder de verklaring van 20 juni 2007. Maar de coalitie, inclusief raadslid Bijman, koos ervoor die conclusie terzijde te schuiven en besliste dat alles wettelijk was gegaan. Dat was in strijd met de waarheid. Daarmee schond hij de eed en de belofte die hij als raadslid deed. Bovendien: waarom heeft de rekenkamercommissie het voorliegen van de bestuursrechter genegeerd? De rekenkamercommissie werd bemand door twee raadsleden van Koggenland (CDA en GBK), een raadslid van de gemeente Hoorn (VVD) en twee andere leden. Die lieten een rechtmatigheidsonderzoek doen door een architect en een socioloog, waar je juist een jurist en een bestuurskundige zou verwachten.

Gebrek aan tegenmacht
Er is niet voldoende onafhankelijke controle en tegenmacht in Koggenland. Dat is de reden waarom Distriport zo kon ontsporen en waardoor andere zaken tegenwoordig uit de bocht vliegen: de financiën, het baggerdepot, de bouwleges. Ook daar krijgt de raad geen grip op. In het bouwleges-dossier wordt door de burgemeester naar buurgemeenten gewezen: ‘zij doen het ook’. Welke gemeenten dan? En hoe? Niemand die het vraagt. De raadsleden lijken de belangrijkste aanbeveling van het rekenkamerrapport over Distriport al weer te zijn vergeten: ‘De raad dient actiever te zijn in de controle en de bijsturing’. Maar met een college en ambtenaren die de hoogste bestuursrechter durven voorliegen en de Gemeentewet negeren, zal er nooit verantwoording worden afgelegd. Zo blijft àlles geheim in Koggenland.

Bijlagen:

 
Volg ons op Twitter
Vind ons op Facebook