PS donderdag, 05 juli 2007   

Vragen van  de heer E.P. Wagemaker (PvdA)

Inleiding
De Statenfractie van de PvdA Noord-Holland is  de afgelopen weken (net als andere fracties) benaderd door de werkgroep Berkhout is Boos, die ageert tegen de ontwikkeling van het industrieterrein Jaagweg in de gemeente Koggenland. Daarnaast is ons duidelijk geworden dat de gemeenteraad van Koggenland tijdens haar vergadering op 11 juni 2007 in meerderheid heeft besloten de voor de industrieontwikkeling noodzakelijke gronden niet als gemeente aan te kopen. Tijdens die vergadering is bij monde van wethouder Wijnker duidelijk gemaakt dat de gronden voor of op 14 juli door de provincie aangekocht zouden worden.

VRAGEN NR. 56

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland

Haarlem, 5 juli  2007

Onderwerp: Vragen van  de heer E.P. Wagemaker (PvdA)
                                    
De voorzitter van Provinciale Staten van Noord-Holland deelt u overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden  van Provinciale Staten mede, dat op 5 juli 2007, door het lid van Provinciale Staten,
de heer E.P. Wagemaker de volgende vragen bij Gedeputeerde Staten zijn ingekomen.

Inleiding
De Statenfractie van de PvdA Noord-Holland is  de afgelopen weken (net als andere fracties) benaderd door de werkgroep Berkhout is Boos, die ageert tegen de ontwikkeling van het industrieterrein Jaagweg in de gemeente Koggenland. Daarnaast is ons duidelijk geworden dat de gemeenteraad van Koggenland tijdens haar vergadering op 11 juni 2007 in meerderheid heeft besloten de voor de industrieontwikkeling noodzakelijke gronden niet als gemeente aan te kopen. Tijdens die vergadering is bij monde van wethouder Wijnker duidelijk gemaakt dat de gronden voor of op 14 juli door de provincie aangekocht zouden worden.

De Statenfractie van de PvdA Noord-Holland is van meet af aan kritisch(geweest) over de beoogde industrieontwikkeling aan de Jaagweg. Begin 2006 zijn er door de  PvdA dan ook vragen gesteld aan het College over de haalbaarheid in financiële en technische zin van de Jaagweg. De beantwoording van deze vragen waren onvoldoende geruststellend en leidde voor ons tot de conclusie dat het industrieterrein niet rendabel zou zijn te ontwikkelen. De door de statenfracties van GroenLinks en D66 gestelde harde eisen, waaronder  o.a. minimaal 15% ruimtewinst en meervoudig ruimtegebruik werden door de PvdA op zich als prima randvoorwaarden gezien, maar werden door ons als niet erg realistisch beschouwd. Volgens ons zouden de eisen zo hoog zijn dat deze zelfs niet toegepast zouden kunnen worden op de duurste locaties, zoals bijvoorbeeld bij Schiphol. De PvdA heeft toen het advies gegeven om opnieuw op zoek te gaan naar een betere oplossing voor de regio Westfriesland om geen economische achterstand op te lopen.

Vanuit diverse kanten, waaronder het ministerie van VROM wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor het tegengaan van verrommeling van het landschap. Ook wijzen verschillende organisaties op de noodzaak van herijking van gegevens over noodzakelijke industrie- en woongebieden. In relatie tot de beoogde ontwikkeling van Westfrisia-Noord (door de coalitie bekrachtigd) en de constatering dat veel vervoersbedrijven in de Kop van Noord-Holland nu kiezen voor Agriport in plaats van de Jaagweg, lijkt een herijking van noodzakelijk geachte bedrijfsterreinen in Westfriesland op z’n plaats.
De recente ontwikkelingen, zoals de beoogde aankoop van gronden aan het Jaagwegterrein door de provincie NH, stemmen de Partij van de Arbeidfractie tot zorg. In aansluiting op de reeds door de Spfractie gestelde statenvragen, willen wij u dan ook de volgende vragen stellen:

Vragen
1.    Is het inderdaad zo, zoals door wethouder Wijnker is meegedeeld, dat GS zou hebben aangegeven om de gronden aan de Jaagweg aan te kopen?
2.    Als dit het geval is, waarom heeft u daartoe besloten en vindt u het een taak van de provincie om in te springen wanneer gemeenten of marktpartijen geen kostendekkende ontwikkeling zien van gronden en daarom niet willen aankopen?
3.    Zo ja, hoe gaat u bij uw besluit de staten informeren en betrekken? Waarom is de datum van14 juli zo cruciaal als het gaat om het moment van aankoop van de gronden aan de Jaagweg?
4.    Hoeveel hectare betreft het  en hoe is de verhouding tot de taakstelling van netto 78 hectare industriegebied, zoals geformuleerd in de exploitatieberekeningen door de Stuurgroep Jaagweg?
5.    Onderschrijft u onze mening dat de financiële risico’s groot zijn bij de ontwikkeling van het industrieterrein Jaagweg en zo nee, waarom niet?
6.    Is wellicht een herbezinning  voor de ontwikkeling van de Jaagweg op zijn plaats en willen GS PS betrekken bij elke vervolgstap als het gaat om de ontwikkeling van voldoende beschikbare industrievestigingsmogelijkheden in Westfriesland. Zo nee waarom niet?

                  Ons antwoord aan provinciale staten luidt als volgt:

1.    Ja
2.    De aankoop heeft geen betrekking op het risicodragend participeren in de (grond)exploitatie.
3.    De Commissie ROG is geïnformeerd door middel van een memo van 23 juli 2007 aan de voorzitter van deze commissie. Hierin is alle relevante informatie opgenomen. De datum van 14 juli 2007 was cruciaal in verband met termijnen van fiscale aard en omdat hierover afspraken waren gemaakt met de verkopende partijen.
4.    De aankoop van 14 juli door de provincie Noord-Holland heeft betrekking op 55,3 hectare.
5.    Bij het ontwikkelen van gebieden zijn risico’s nooit geheel uit te sluiten. Dit najaar wordt de haalbaarheidsstudie nader uitgewerkt in een businesscase waarin de risico’s verder zijn onderzocht. Hiervoor wordt de kennis van het ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland-Noord ingeschakeld.
6.    Na de besluitvorming in GS en PS in januari en februari 2006 over de voorwaarden voor ontwikkeling van regionaal bedrijventerrein Jaagweg heeft geen besluitvorming plaatsgevonden over ontwikkeling van dit bedrijventerrein. Aangezien de haalbaarheidsstudie zicht geeft op een haalbare businesscase binnen kaders van het Streekplan Noord-Holland Noord is herbezinning nog niet nodig. Bij het nemen van de nodige besluiten zal PS hierbij conform de geldende richtlijnen worden betrokken.

 

 
Volg ons op Twitter
Vind ons op Facebook